De Beeldhouwster
Bertien Buyl is geboren op 10 augustus 1927 te Ledeberg bij Gent.
Ze liep school aan het Lyceum, afdeling Oude Humaniora, en volgde lessen aan de Akademie voor Schone Kunsten van Gent.
In 1948 huwt ze kunstschilder Rogier Vercruysse en gaat te Kwaremont in de Vlaamse Ardennen wonen. Ze heeft zes kinderen.
In 1956 verscheen een eerste lange novelle : 'Glanzend was mijn Haarwrong', later opgenomen in 'Vlaamse Verhalen van deze Tijd ', Prismapocket 888.
Kortverhalen en gedichten werden in diverse tijdschriften opgenomen, o.a. 'Het Nieuw Vlaams Tijdschrift', 'Dietse Warande' en 'Belfort, Handen, Kruispunt, Yang'.
Een roman 'De trage Dans' werd in 1962 bekroond met de prijs voor Proza van de stad Ronse en eveneens met de Heideland romanprijs voor Noord en Zuid.
In 1964 gaf Heideland, Hasselt 'De trage Dans' ook uit .
In 1969 verscheen bij Colibrant, Deurle een verzameling gedichten onder de titel 'Klokhuisruimte', gedichten van 1958 tot 1968. Deze bundel werd bekroond met de prijs voor Poëzie van de stad Ronse.
Jan Veulemens schreef over de gedichten van Bertien Buyl : "Het is haast een pleidooi voor de poëzie, een terugkeer naar het subtiele, oereenvoudige en toch langzaam te benaderen lyriek, zoals iemand ze schrijft, die als dichter geboren werd en niet per se afstemt op de mode van het moment".
Na het overlijden van haar jongste dochter stopte Bertien met schrijven. Ze keerde terug naar haar favoriete bezigheid uit haar jeugd : tekenen en boetseren, als het ware om troost te vinden in het fysiek contact met de aarde.
Zoveel gaat verloren.
Vloeiende zandkorrels tussen de vingers.
Wie grijpt ze, wie bindt ze?
We moeten donker wachten
Tot het wachten wake wordt
Bij de warme as van ons betrachten.
Is er nog leven
Wanneer we onze handpalmen
Samenvouwen tot een kom
Van drinken?
Wat drinken we ooit bezijden ons verlangen?
Hoe luid beantwoordt ons hart
De laatste vogelkreet in de avond.
Bertien Buyl
Over het beeldje
Dit beeldje werd als symbool voor onze vereniging gekozen omwille van de frappante veruiterlijking van wat wij als therapeuten voelen bij het benaderen van onze CP patiëntjes. Ook de houding van de moeder, de manier waarop ze het kind lichtjes vasthoudt, lokt in menig Bobath-therapeut een gevoel van herkenning in zijn handling uit : de onuitgesproken eerbied voor alle kinderen, hoe ze ook zijn.De artieste over haar creatie :
" Het ontstaan van het beeldje is het verlangen een iets zo onvatbaar uit te drukken als een blijk van verstandhouding tussen een kleine jongen en zijn moeder.
Het kind houdt een vogeltje in zijn hand een vraagt door houding en blik : 'Kijk toch, wat kunnen wij doen voor dat hulpbehoevende leventje in mijn handen ? '
De liefde van de moeder is een garantie voor het kind, dat het ook met liefde zal kunnen helpen. Het authentieke van liefde is dat ze zichtbaar wordt in haar daden. De uitwisseling van een blik, een gebaar vertelt genoeg. "